Barcelona kende in de Middeleeuwen een vrij grote Joodse gemeenschap die zich voornamelijk concentreerde in de Jodenbuurt, wat bekend staat als ‘El Call’ of ‘Call Jueu’. De Joden waren een rijk volk dat gesloten in haar gemeenschap leefde. Zij hadden hun eigen tradities, scholen, badhuizen, winkels, synagogen en begraafplaatsen. Het oudste gedeelte van de Joodse wijk, de Call Major, bevond zich tussen de straten van Banys Nous, Sant Sever, Bisbe en Call. In het midden van de 13e eeuw breidde de Joodse wijk zich uit richting de plek waar nu de kerk van Sant Jaume ligt. Tussen de straten van Avinyó, Raurich en Ferran lag wat bekend stond als de Call Menor. Buiten de stad, aan de voet van de Monjuïc berg, lag de Joodse begraafplaats en hadden ze nog landbouwgrond en een aantal huizen en torens.
Het Joodse volk in Barcelona was, net als in de rest Spanje, een totaal verkeerd begrepen minderheid, vaak verdacht, bekritiseerd en gehaat. De schijnbare immuniteit voor de plaag die de stad in 1391 verwoeste, veroorzaakte dat vele Christenen tot de conclusie kwamen dat de Joden de pest hadden veroorzaakt.
Maar de Joden hadden geen putten vergiftigd, noch hadden ze een tegengif voor zichzelf, zoals veel Christenen geloofden. Hun schijnbare immuniteit is waarschijnlijk te wijten aan hun religieuze rituelen, waarbij ze gedwongen werden om zich meerdere keren per jaar te wassen, iets wat toen in die tijd een heel vreemde gewoonte was.
Het gevolg van deze beschuldigingen is dat de Joodse wijk aangevallen werd op 5 augustus 1391 en vele van zijn inwoners gedood werden. Anderen werden gedwongen zich te bekeren en de rest verspreidde zich, totdat ze uiteindelijk in 1492 werden verdreven door de Katholieke Koningen.
Tour in de Joodse wijk
De Joodse wijk van Barcelona heet ‘El Call’, wat betekent ‘gemeenschap’. De Joodse gemeenschap leefde gescheiden van de rest van de stad, maar toch zaten ze er midden in. Buiten aan de noordelijke kant, waar nu Carrer de Montjuïc del Bisbe (1) en Plaça de Sant Felip Neri (2) liggen, lag een oude Joodse begraafplaats, want ‘Mont Juïc’ betekent niet voor niks ‘Joodse berg’. Dit is tevens het startpunt van onze wandeling.
Eenmaal aangekomen bij de Carrer Sant Sever (3) betreden we wat bekend stond als de Call Major. De eerste straat die we tegenkomen is Carrer de Sant Domènec del Call (4), toen in de tijd het epicentrum van de Joodse gemeenschap. We slaan rechts af bij het Placeta de Manuel Ribé om bij het Centre d’Interpretació del Call (5) te komen. Dit interessante museum ligt in het hart van de Joodse wijk van Barcelona, in een gebouw uit de 13e eeuw dat eigendom was van Jucef Bonhiac, wever van sluiers. Voor diegene die geïnteresseerd zijn om te weten hoe het leven in de Joodse wijk was, de geschiedenis en het erfgoed, is een bezoek aan dit museum zeer aan te raden. Om het huis van Jucef Bonhiac mooi te zien, dien je het museum te omcirkelen en deze vanaf Arc de Sant Ramon del Call te bekijken. Ook bekend als het Casa de l’Alquimista (6) (het huis van de alchemist), het huis van Jucef Bonhiac herbergt hele mooie oude details zoals de raamversiering en een stenen boog uit de 13e en 14e eeuw. Maar het allermooiste is de kleine verticale spleet verborgen in de oude portaal. Deze splitsing is kenmerkend voor Joodse huizen: het diende als gat om de rol met verzen uit de Thora op te hangen, de mezoeza.
We dwalen verder bij de Arc de Sant Ramon del Call totdat we op de hoek komen met Carrer Marlet: sla links af en kijk gelijk links omhoog om een originele Joodse grafsteen (7) te ontdekken. De grafsteen, in Hebreeuws beschreven, geeft referentie aan het ziekenhuis dat gesticht werd door de rabbijn Samuel Hasardí in de 13e eeuw.
Aan het einde van de straat is de ingang naar de Grote Synagoge van Barcelona (8). Dit was vroeger de ingang voor de vrouwen, terwijl de toegang voor de mannen om de hoek bij Carrer de Sant Domènec del Call zat. Breng een bezoek binnen de synagoge, een plaats die, naast het dienen als plek om religieuze ceremonies te vieren, is vooral een kenniscentrum voor de geschiedenis en de Joodse cultuur. Wist je overigens dat dit de oudste religieuze tempel van Spanje en Europa is?
Nu komen we op een zeer bijzondere kruispunt, tussen de straten van Marlet, Sant Domènec del Call en de la Fruita. Volgens de legende is dit de oudste hoek van Barcelona (9). Het huis op nummer 6 van Sant Domènec del Call toont de gevolgen van de grote aardbeving van 1428, de grootste in de geschiedenis van Catalonië. Niet alleen overleefde het huis de aardbeving, maar ook de massale vernietiging van de wijk in 1391. Dit huis wordt tevens gerangschikt als de oudste huis van Barcelona (10), wat het allemaal zeer bijzonder maakt. Op nummer 7 zie je ook een kleine afbeelding van de heilige verborgen, die tevens de naam aan de straat geeft. Het beeld van Sant Domènec (11) werd later aan dit gebouw toegevoegd toen de straat hernoemd werd. Op deze manier werden de karakteristieke gebouwen van de Joodse wijk na de aanval in 1391 gekerstend.
We volgen nu de wandeling richting het Carrer del Call. Aangekomen op dit punt is het interessant om te benadrukken dat hier een van de twee poorten van de Joodse wijk lag, genaamd het portaal van Call Major (12). Als je rechtsaf slaat zie je op nummer 7 van Carrer del Call een duidelijk voorbeeld van de begrenzing van het oude Joodse wijk, in de overblijfselen van de oude Romeinse muur (13), die nog steeds zichtbaar zijn in de gevel van een gebouw dat later toegevoegd werd aan de muur.
Sla vervolgens linksaf op de hoek met Carrer dels Banys Nous. Dit is de plek waar de Joodse badhuizen (14) zaten. De baden werden in 1160 opgericht door Abraham Bonastruc en werden net buiten de Romeinse stadsmuur gebouwd waar voldoende water lag. De badhuizen hadden meerdere kamers en instellingen, onder andere een mikwe, een ritueel Joods bad voor reinheid. De resten van deze badhuizen zijn nog te zien achter in de cadeau- en accessoirewinkel van Olivier (op nummer 10 van Carrer dels Banys Nous) en in de kelder van Caleum (aan het einde van Carrer dels Banys Nous, met ingang op Carrer de la Palla). Bij dit laatste kun je ook een lekker hapje nemen en even een pauze nemen.
Nu gaan we naar de Call Menor, dat later gebouwd werd om meer ruimte aan de Joodse gemeenschap te geven. We komen erin via Carrer de la Boqueria waar voorheen ook een van de twee ingangen naar de Call Menor zaten. Sla linksaf bij Carrer de la Volta del Remei (15) om onder de toren van Santa Eulàlia uit de 13e eeuw (voorheen Arc d’en Sanahuja) te lopen. Bij de Arc de Santa Eulàlia (16), een klein steegje aangrenzend aan de Carrer Ferran, vinden we een typische boog van de Joodse wijk van Barcelona en nog enkele huizen met een mezoeza aan de deurpost. Je kunt ook even langs de Synagoge van El Call Menor (17) gaan, dat op de plek stond waar nu de Esglèsia de Sant Jaume ligt, aan de Carrer Ferran.
Nu lopen we buiten het gebied waar de Joden mochten zijn en naderen we de Plaça de Sant Just (18), dat de enige plek was waar Joden en Christenen handel mochten drijven in de stad.
We lopen terug naar de Call Major via Carrer de Sant Honorat (19), waar vroeger de tweede en laatste ingang van de Joodse wijk lag. Deze straat heette vroeger ‘Carrer de la Font’ (straat van de fontein), want hier zat de enige drinkfontein van de wijk. Tot het moment dat deze hier gebouwd werd, moesten de Joden buiten El Call water gaan halen, wat voor protesten en problemen met de Christenen zorgde. Zodoende werd hier een fontein in 1357 gebouwd. Bij Carrer de Sant Honorat nummer 5 (op de hoek met Carrer de la Fruita) vinden we tevens een mooi voorbeeld van een gebouw uit de 18e eeuw gebouwd bovenop de structuur van een oud middeleeuws huis. Leuk om te weten is dat in deze straat vele Joodse artsen en chirurgen woonden, die vaak geroepen werden om naar het Koningshuis te gaan. Tevens is het interessant om te melden dat waar nu het gebouw van de Generalitat staat, vroeger een van de 5 synagogen stond die El Call versierden, de Sinagoga Chica o Sinagoga Poca.
We verlaten de Call Major via Carrer del Bisbe om bij Plaça de Sant Iu te komen, dat naast het museum Frederic Marès ligt. Plaça Sant Iu (20) dient je aandacht omdat dit een van de meest sinistere plaatsen voor de geschiedenis van de Joden in Barcelona is: hier staat namelijk op de gevel van een gebouw het schild van de Spaanse Inquisitie, die de Joden uit Spanje verdreven. Zowel hier als in het nabijgelegen Plaça del Rei (21) kunnen we stenen in de gevels met Hebreeuwse inscripties vinden die deel uitmaakten van de oude Joodse begraafplaats. Zelfs het Palau del Lloctinent (22) werd in het midden van de 16e eeuw gebouwd met stenen uit de oude Joodse begraafplaats van Montjuïc.
Hier, middenin in de Gotische wijk eindigt deze wandeltour, waarmee je als het goed is het verborgen verleden van de Joodse wijk in Barcelona beter hebt leren kennen.
Kaart Joodse wijk wandelroute
Lees meer:
Mooi geschreven beleving van El Call. De moeite waard om er de volgende keer met meer aandacht te gaan kijken. Historisch een rijk gebied. Helaas ook met een treurige noot uit de geschiedenis. Fijn dat dit niet in de vergetelheid is geraakt.